Wel of niet beleggen is nog te vaak een marketingverhaal

Het aantal consumenten dat is gaan beleggen nam in 2016 met 100.000 toe. Dat klinkt veel, maar op het totaal aantal huishoudens dat níet belegt en wél spaaroverschot heeft, is het verwaarloosbaar. Niet zo gek, want voor de gemiddelde consument is de beleggingswereld pure abacadabra. Desinteresse voert de boventoon, ingegeven door het ingewikkelde jargon en verliesaversie. Ook wantrouwen speelt een rol. Financieel adviseurs gaan hier makkelijk in mee. Te gemakkelijk als je het mij vraagt, al heeft dat een reden.

 

Nu hebben woekerpolissen en leaseconstructies het oordeel over beleggen geen goed gedaan. Ook de beurscrises van 2008 en 2011 liggen nog vers in het geheugen. Dat de wereldwijde indices die crises inmiddels allang weer te boven zijn, lijkt evenwel gemakshalve te worden genegeerd.

 

Onafhankelijk adviseur terughoudend over beleggen

Zelfstandig financieel adviseurs zouden hun klanten op onafhankelijke wijze mee kunnen nemen in een evenwichtig oordeel over of beleggen iets voor ze is. Toch doen zij dit maar mondjesmaat. Komt dat doordat ze denken maar beperkt te kunnen verdienen aan advies over vermogensopbouw? Of geldt voor financieel adviseurs hetzelfde als voor consumenten: verliesaversie, gebrek aan kennis en wantrouwen?

 

Ik vermoed dat dit allemaal meespeelt. Voor de ene adviseur telt het summier geachte verdienmodel wat zwaarder, voor de ander de verliesaversie. Financiële aanbieders kunnen daar nauwelijks wat aan doen.

 

Of toch wel?

 

Commercieel belang voedt wantrouwen

Het is een valide boodschap: wie zijn vermogen wil behouden of laten groeien én zijn geld voor langere tijd niet hoeft te gebruiken, doet er verstandig aan over beleggen na te denken.  Maar banken, verzekeraars en vermogensbeheerders hebben een belang als zij beleggen onder de aandacht van (potentiële) klanten brengen: provisie. Dat is niet erg, maar die stelt hun boodschap impliciet in een commercieel daglicht. Dat aanbieders hun boodschap ook nog eens overgieten met marketingsaus, maakt het er niet beter op.

 

Marketingsaus overschaduwt valide boodschap

Een onafhankelijk financieel adviseur zou daar doorheen moeten kunnen prikken. Maar ook die moet zich een weg zien te vinden tussen al het marketingmateriaal van de aanbieders. Dat spiegelt rooskleurige toekomstscenario’s voor over eerder stoppen met werken of een mooie verre reis en richt zich daarbij op verwachte en gerealiseerde rendementen.

 

Iedereen weet dat gerealiseerde rendementen geen garantie voor de toekomst geven. En tóch worden ze op elke site breed uitgemeten. Naar de actueel wérkelijk te verwachten rendementen is het zoeken.

 

Bij verreweg de meeste partijen worden de verwachte rendementen gebaseerd op de rendementen uit het verleden. Maar de historische rendementen van bijvoorbeeld obligaties geven écht een ander beeld dat het actuele rendement. En zou het verwachte rendement op aandelen niet gewoon gebaseerd moeten worden op het verwachte dividendrendement?

 

Schone taak voor financiële aanbieders

Uitgaan van reële cijfers maakt het oordeel over beleggen minder rooskleuring, maar niet minder aantrekkelijk. Het zou de boodschap van banken en vermogensbeheerders eerlijker maken. En het zou banken en vermogensbeheerders sieren als ze ruimte laten voor de rol die een financieel adviseur kan spelen in het beoordelingsproces van een consument over wel of niet beleggen.

 

Esther Waal – mede-oprichter Advies-Check