Hoe doorbreken we de vicieuze cirkel rond beleggen voor later?
De betutteling is voorbij, de burger is zelf verantwoordelijk voor zijn toekomstige financiële situatie. Niet dat die burger daar iets mee doet overigens. Het financieel bewustzijn is laag en maar weinigen verdiepen zich in aanvullende pensioenmogelijkheden. Ook beleggen staat laag op de agenda. Zo’n 77% van de Nederlanders belegt niet. Door angst, wantrouwen en kennisgebrek. Is er nog iets aan te doen?
Risico-aversie
Angst voor de risico’s van beleggen staat met stip op nummer 1 van redenen waarom men niet belegt. Geef de burger eens ongelijk. Er zijn nogal wat beurscrises in de afgelopen 25 jaar geweest. Beleggen gáát gepaard met risico’s. En die risico’s worden er ook behoorlijk ingepeperd. Elk productaanbod dat een link heeft met beleggen wordt vergezeld van wettelijk verplichte niet te missen disclaimers. ‘Bezint eer ge begint’, dat is zeg maar de strekking ervan.
Op zich niks mis mee, maar het suggereert dat ‘niet beleggen’ geen risico’s kent. En dat is niet waar. Als het gaat om vermogensopbouw herbergt ook sparen risico’s, evenals aflossen. En alle waarschuwingen impliceren verder dat de kansen van beleggen te verwaarlozen zijn ten opzichte van de risico’s. En ook dat is niet waar.
Maar hoe wordt de burger daarvan doordrongen? Wie maakt dat de burger duidelijk? Financieel adviseurs?
Wantrouwen jegens adviseurs
Zo komen we bij de volgende reden uit waarom consumenten niet willen beleggen: ze wantrouwen financieel adviseurs. Nog geen 18% van de Nederlanders maakt überhaupt gebruik van een adviseur en daarvan richt 38% zich tot een onafhankelijk adviseur, zo bleek onlangs uit onderzoek van BlackRock onder 1.000 Nederlanders. De associatie met hoge kosten, verkooppraatjes en woekerpolissen staat bij veel Nederlanders nog op het netvlies gebrand.
Terecht of niet, financieel adviseurs zijn niet het eerste aanspreekpunt als het om beleggen gaat. Niet vreemd, want ook onder financieel adviseurs is de houding jegens beleggen sterk wisselend.
Enerzijds door hun zorgplicht en het als gebrekkig ervaren verdienmodel. Anderzijds door hun eigen houding. Niks menselijks is financieel adviseurs vreemd. Ook zíj vrezen de risico’s van beleggen, vaak ingegeven voor gebrek aan kennis.
En zo komen we uit op de derde oorzaak van de onwillige attitude jegens beleggen: kennisgebrek.
Kennisgebrek
Hoe vaak hoor je niet “ik heb geen verstand van beleggen”? Maar is dat ook echt nodig? De meeste mensen hebben geen verstand van auto’s, maar rijden toch. Beetje flauwe vergelijking, maar bij veel zaken vinden we het volstrekt normaal om een expert in te schakelen. Waarom zou dat bij beleggen anders moeten zijn? Kennis van beleggen is niet het issue als wel de acceptatie van onzekerheid. En vertrouwen in de experts waaraan je het beleggen kunt uitbesteden. Zo komen we weer uit bij de eerste argumenten, risico-aversie en vertrouwensgebrek…
Vicieuze cirkel
Het heeft er alle schijn van dat de redenen om niet te beleggen elkaar in stand houden. Is die vicieuze cirkel een probleem? Wel als burgers te weinig vermogen opbouwen om hun toekomstige uitgaven te kunnen betalen. Wel als je bedenkt dat de AOW geen garantie is voor een zekere financiële toekomst. En wel als je bedenkt dat meer dan de helft van de Nederlanders geen aanvullend pensioen opbouwt.
De kracht van samenwerking
Wie kan deze vicieuze cirkel doorbreken? De overheid houdt zich stil. Financiële instituties genieten te weinig vertrouwen. Financieel planners worden als te duur ervaren. Robo-adviseurs bieden geen totaaladvies. En de burger steekt zijn kop in het zand.
Het enige antwoord is samenwerking. De urgentie van vermogensopbouw moet als een mantra vanuit verschillende hoeken worden herhaald. Daar heeft niet alleen de burger baat bij. Ook de overheid en de financiële sector zijn kwetsbaar als consumenten zich niet overgeven aan de noodzaak van vermogensopbouw.